Monkelbaan

Help, een Dientamoeba fragilis parasiet, wat te doen?

– Drs. Jan Monkelbaan, MDL-arts & Rosanne van Gestel, ANIOS maag-darm-leverziekten –

 

Een infectie met de Dientamoebe fragilis parasiet is een dilemma voor zowel dokter als patiënt. “Ik heb een Dientamoeba fragilis infectie vastgesteld bij mijn patiënt, wat doe ik met deze bevinding?” De meeste artsen vragen dit zich af zodra er Dientamoeba fragilis in de ontlasting van een patiënt is aangetoond. Maar ook patiënten waarbij de parasiet is gevonden zullen zich afvragen wat dit betekent voor hen. Sinds de eerste beschrijving over Dientamoeba fragilis in de literatuur wordt deze vraag reeds gesteld, en nog altijd was hier geen eenduidig antwoord over geformuleerd. De onderzoekers Jepps en Dobell beschreven Dientamoeba fragilis voor het eerst in 1918 in het tijdschrift Parasitology en concludeerden dat de parasiet niet ziekmakend (pathogeen) was. Pas later concludeerden onderzoekers dat sommige mensen wel degelijk ziek kunnen worden door een infectie met Dientamoeba fragilis. De klachten waarmee patiënten zich  kunnen presenteren zijn onder andere buikpijn, diarree, misselijkheid, braken en gewichtsverlies. Omdat de parasiet ook wordt gevonden bij mensen die geen klachten hebben, maakt dat er 100 jaar na de eerste beschrijving nog altijd onduidelijkheid is over de juiste benadering van een Dientamoeba fragilis in de ontlasting.

 

“100 jaar na de eerste beschrijving is er nog altijd onduidelijkheid over de juiste benadering”

 

Om artsen een antwoord te geven op de vraag “hoe te handelen bij een Dientamoeba fragilis infectie?” is het interessant om te bedenken waarom een parasiet verschillende uitingsvormen kan hebben bij verscheidene patiënten. De ene patiënt merkt er namelijk niets van, terwijl de ander zich flink beroerd voelt. Hoe kan dit? We weten inmiddels dat er verschillende vormen van Dientamoeba fragilis, zogenaamde subtypen, wellicht ligt dat ten grondslag aan de verschillende uitingsvormen.

Omdat op dit moment in de microbiologische laboratoria in Nederlandse ziekenhuizen geen onderscheid tussen verscheidene subtypen van de Dientamoebe fragilis wordt gemaakt, zou het kunnen dat patiënten ten onrechte worden behandeld voor een parasiet waar ze geen last van hebben. Anderszins zou het ook kunnen voorkomen dat patiënten ten onrechte geen therapie ontvangen omdat de parasiet soms door de arts ten onrechte als een onschuldige parasiet (commensaal) wordt beschouwd. Naast de verschillende subtypen kunnen ook patiëntfactoren, zoals bijkomende ziekten en het gebruik van immunosuppressiva (ontstekingsremmers zoals prednison), beïnvloeden hoe een infectie zich presenteert. Bovendien is zo dat een Dientamoeba fragilis infectie ook zonder behandeling over kan gaan door het herstellend vermogen van het lichaam (self-limiting beloop) wat uiteraard de discussie verder aanwakkert of behandeling wel noodzakelijk is.

Wij zijn van mening dat behandeling genoodzaakt is bij patiënten die zich presenteren met gastro-intestinale klachten waarbij, behoudens een Dientamoeba fragilis infectie, geen duidelijke andere oorzaak wordt gevonden. Op dit moment is er nog weinig constructief onderzoek gedaan naar het juiste antibioticum dat je zou moeten gebruikten voor een infectie met een Dientamoeba Fragilis. Het antibioticum clioquinol heeft onze voorkeur omdat hiermee de meest goede resultaten worden gemeld in wetenschappelijke onderzoeken. Indien aanhoudende klachten zich voordoen na behandeling kan opnieuw diagnostiek worden ingezet om te kijken of de therapie succesvol was of dat de parasiet nog steeds aanwezig is. Hierbij kunnen gezinsleden, of mensen met wie de patiënt nauw contact heeft, ook worden getest om herinfectie via hen te identificeren.

 

“Behandeling is genoodzaakt bij patiënten die zich presenteren met gastro-intestinale klachten..”

 

Concluderend kan worden gezegd dat er is nog altijd veel onduidelijkheid is over het te voeren beleid bij een aangetoonde Dientamoeba fragilis infectie. Meer wetenschappelijk onderzoek en bepaling van subtype zal hier hopelijk meer duidelijkheid over kunnen verschaffen. Voor patiënten met een Dientamoeba fragilis in de ontlasting en gastro-intestinale klachten waar geen andere oorzaak voor is gevonden, adviseren wij behandeling met clioquinol. Goed overleg met de patiënt over de klachten en verwachtingsmanagement ten aanzien van de behandeling van een Dientamoeba fragilis  zijn van cruciaal belang.

 

Meer columns? Bekijk ze hier >