Relatie tussen chemotherapie en smaak en eetlust
Verandering in smaak is een veelgehoorde klacht bij chemotherapie. Het is tot op heden nog onduidelijk of dit daadwerkelijk een verandering van smaak is of een verminderde eetlust of zin in voedsel. Eveneens is onduidelijk hoe deze klachten in relatie staan tot inname van voedsel en voedingsstatus.
Australische onderzoekers hebben 52 vrouwen die chemotherapie ondergingen onderzocht op smaak, eetlust en zin in voedsel. Dit werd gedaan door verschillende testsmaken, vragenlijsten, het meten van lengte en gewicht en het bijhouden van medicatie en intake.
Uit de resultaten bleek dat de smaak significant verminderde gedurende de cycli van chemotherapie (p<0.05). De mogelijkheid om zout, zuur en umami te onderscheiden was verminderd. Zin in zoet was in de eerste en middelste cycli verminderd (p<0.01), maar aan het einde van de chemotherapie niet meer. Zin in hartig voedsel was niet anders gedurende chemotherapie. Verminderde smaak was ook significant gerelateerd aan verminderde energie-inname (p=0.008) en inname van eiwitten (0.001). Eveneens was een verminderde smaak ook significant gerelateerd aan een vermindering in BMI (p<0.0005). Herstel van smaak en eetlust werd zo’n acht weken na het stoppen met de chemotherapie gezien. Er werd geen relatie gevonden tussen vermindering in smaak en een droge mond, ontsteking aan het mondslijmvlies en misselijkheid.
Deze studie geeft inzicht in de smaakveranderingen gedurende chemotherapie. Door middel van deze informatie kan gerichter voorlichting gegeven worden voor de chemotherapie en kunnen betere voedseladviezen geven worden tijdens chemotherapie.
Dit stuk is geschreven door drs. Linda Wanders, arts-onderzoeker, maag- darm- en leverziekten