Verhoogd risico op trombose bij IBD-behandeling met corticosteroïden ten opzichte van biologicals
Patiënten met inflammatoire darmziekten (IBD), zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, hebben een drievoudig verhoogd risico op het ontwikkelen van een diep veneuze trombose (DVT) dan mensen zonder IBD. Het is nog niet duidelijk waarom IBD patiënten dit verhoogde risico hebben. Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat IBD patiënten met een opvlamming met name een verhoogd risico hebben. Ontsteking is een risicofactor voor DVT, maar gedurende periodes van opvlamming worden ook vaak corticosteroïden voorgeschreven die eveneens het risico op een DVT kunnen versterken.
Amerikaanse onderzoekers hebben in een database met meer dan 15.000 IBD-patiënten gekeken naar het risico op een DVT binnen een jaar bij mensen die corticosteroïden, biologicals of een combinatie-therapie (biologicals én corticosteroïden) toegediend kregen.
In totaal kregen 325 IBD-patiënten te maken met een DVT. Van deze groep werd 2,25% behandeld met alleen corticosteroïden, 0,44% met biologicals en 2,49% met een combinatietherapie. Indien de groep met corticosteroïden vergeleken werd met de biologicals-groep was de odds ratio 0.21 (95% confidence interval, 0.05-0.87). De odds ratio tussen de corticosteroïden-groep en de combinatiegroep was 1.01 (95% confidence interval 0.71-1.45), dit verschil was niet significant.
Uit deze resultaten blijkt dus dat IBD-patiënten die behandeld worden met corticosteroïden een 5x verhoogd risico hebben op DVT dan de IBD-patiënten die behandeld worden met alleen een biological. Er lijkt geen verschil te bestaan tussen corticosteroïden alleen of in combinatietherapie.
Dit stuk is geschreven door drs. Linda Wanders, arts-onderzoeker maag- darm- en leverziekten