Het microbioom beschermt mensen met Prader-Willi syndroom tegen insulineresistentie
Obesitas is in veel landen een groeiend probleem. In Nederland was er in 2019 bij 14,7% van de bevolking sprake van obesitas, terwijl dit in 1990 nog maar 6,1% was. Je spreekt van obesitas bij een BMI hoger dan 30. Het geeft een verhoogd risico op verschillende gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2, bepaalde vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Dit verhoogde risico wordt veroorzaakt door metabole veranderingen die plaatsvinden in het lichaam. Voorbeelden van deze veranderingen zijn: een hoge bloeddruk, een hoog cholesterol en insulineresistentie. Bij insulineresistentie is het lichaam ongevoelig geworden voor insuline waardoor de bloedsuikerspiegel te hoog is en dat leidt tot diabetes type 2. Deze metabole veranderingen worden veroorzaakt door een combinatie van genetische factoren, omgevingsfactoren en een ongezonde leefstijl waarbij de laatste twee de grootste invloed hebben. Uit recent onderzoek is gekomen dat het microbioom een rol kan spelen bij de ontwikkeling van obesitas. Het lijkt dat een lagere diversiteit van het microbioom geassocieerd is met de ontwikkeling en de met ernst van obesitas.
Het Prader-Willi syndroom (PWS) is een aangeboren aandoening waarbij vaak sprake is van obesitas. Na de geboorte hebben baby’s meestal moeite met eten. Op vroege kinderleeftijd verandert dit en hebben kinderen een ongeremde eetlust en een lagere energiebehoefte in vergelijking met kinderen zonder PWS. Hierdoor is er een snelle stijging in het gewicht te zien en hebben kinderen op jonge leeftijd al obesitas. Daarnaast kunnen mensen met PWS andere klachten ervaren, zoals spierslapte en een langzamere cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Op volwassen leeftijd is er vaak sprake van obesitas wat gepaard gaat met metabole veranderingen. Echter, er is bij PWS veel minder sprake van insuline resistentie dan bij obese personen zonder PWS. De reden hiervoor is nog niet opgehelderd.
Zoals eerder genoemd, is uit onderzoek gekomen dat een lagere diversiteit van het microbioom een hogere kans lijkt te geven op obesitas. Recentelijk heeft een onderzoeksgroep gekeken of de samenstelling van het microbioom verschilt tussen obese mensen met en zonder PWS. Vervolgens hebben ze onderzocht of het microbioom een invloed heeft op de metabole veranderingen in het lichaam. In totaal werden er drie groepen gevormd: 17 obese mensen zonder PWS, 17 obese mensen met PWS en de ouders van de mensen met PWS. Bij de ouders was geen sprake van obesitas en zij fungeerden daarom als controlegroep. Tijdens het onderzoek werden interviews afgenomen, werd lichamelijk onderzoek verricht en werd bloed en ontlasting onderzocht. Het bleek dat obese mensen zonder PWS een lagere diversiteit van het microbioom hadden dan mensen met PWS. Tien bacteriestammen (onder andere Akkermansia en Desulfovibrio) waren in hogere aantallen aanwezig bij mensen met PWS en één bacteriestam (Dorea) was verminderd bij mensen met PWS. De diversiteit en de samenstelling van het microbioom van mensen met PWS kwam in grote lijnen overeen met het microbioom van de ouders. De bacteriestammen die meer aanwezig waren bij mensen met PWS zijn in eerder onderzoek geassocieerd met een gezond metabool profiel, terwijl de bacteriestam Dorea juist geassocieerd is met obesitas.
Vervolgens werd de ontlasting van twee personen met PWS en twee obese personen zonder PWS getransplanteerd naar muizen om te onderzoeken wat de invloed van het microbioom is op de metabole veranderingen in het lichaam. Twee weken na de transplantatie kwam de samenstelling van het microbioom van de muizen overeen met het microbioom van de donor. Er was tussen beide muizen geen verschil te zien in gewicht, vetmassa, vetverdeling en ontstekingseiwitten (IL-6 en TNF-α). Opvallend was dat de insulinetolerantie beter was bij muizen met het PWS microbioom dan bij muizen met het andere microbioom. Het microbioom van mensen met PWS zou dus wellicht beschermend kunnen werken tegen het ontwikkelen van insulineresistentie en daarmee tegen diabetes type 2.
Kortom, mensen met PWS hebben een hogere diversiteit van het microbioom vergeleken met obese mensen zonder PWS en de samenstelling van het microbioom van mensen met PWS lijkt grotendeels op het microbioom van mensen zonder obesitas. Het verschil in de samenstelling van het microbioom zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat mensen met PWS minder vaak insulineresistentie ontwikkelen. Welk effect het microbioom precies heeft op de insulinegevoeligheid zou in vervolgonderzoek onderzocht kunnen worden.
Bron: ‘Olsson, L. M. et al. (2020). Gut microbiota of obese subjects with prader-willi syndrome is linked to metabolic health. Gut, 69(7), 1229–1238.’
Lees ook:
- Antidepressivum laat goede effecten zien bij PDS
- Parkinson uit zich vaak eerst met maagdarmklachten
- Anti-TNF medicatie of een operatie als eerste behandeling bij de ziekte van Crohn
- Hoger risico op lange termijn complicaties door persisterende vlokatrofie bij coeliakie
- Thalidomide effectief tegen terugkerend bloedverlies bij angiodysplasie