IMMUUNSYSTEEM
Het is mooi dat de darmen zich bezighouden met de spijsvertering en de stoelgang. Maar de darmen doen nog meer! In de darmen zit namelijk een zeer belangrijk deel van het immuunsysteem. Dat is maar goed ook, want juist in de darm komt het lichaam in contact met stoffen van buitenaf. Dat zijn niet alleen voedingsstoffen, maar ook bacteriën en virussen. De darm beslist steeds welke stoffen goed zijn en moeten worden opgenomen, en welke stoffen juist onschadelijk gemaakt moeten worden en verwijderd. Dat gebeurt door het ingenieuze immuunsysteem. Het verdedigen tegen bacteriën en virussen is dan ook een heel belangrijke taak.
Aangeboren immuunsysteem
Voor een deel is het immuunsysteem aangeboren. De immuuncellen in je darm beschermen je automatisch tegen virussen en schadelijke bacteriën. De aangeboren immuniteit is een algemeen systeem, dat ook wel de ‘natuurlijke weerstand’ wordt genoemd. Het is een van de eerste barrières die ons lichaam kan opwerpen tegen indringers. Andere barrières zijn de huid, het maagzuur, de slijmvliezen, enzymen in uw speeksel en de darmflora.
Aangeleerd of verworven immuunsysteem
Er is ook een aangeleerd of verworven immuunsysteem. Dat is een intelligent systeem, dat getraind is om één ziekteverwekker aan te vallen. Het wordt ook wel het specifieke systeem genoemd. Na een eerste contact met een ziekteverwekker ‘leert’ het immuunsysteem hoe het die ziekteverwekker de volgende keer kan herkennen en uitschakelen. Goed voorbeeld van die werking is de vaccinatie, bijvoorbeeld tegen de mazelen. Door de vaccinatie komt het lichaam in contact met een hoeveelheid verzwakt mazelen virus. De volgende keer, bij een echte besmetting, herkent het aangeleerde immuunsysteem dit virus onmiddellijk en wordt het uitgeschakeld. Het immuunsysteem werkt samen met de darmflora, zo helpt de darmflora het immuunsysteem leren wat wel en wat niet goed voor u is. Voor een goed functionerend immuunsysteem is een gezonde darmflora dus onmisbaar!
De belangrijkste spelers in het immuunsysteem:
- Macrofagen. Macrofagen zijn immuun cellen die als een soort vuilniswagen functioneren. Ze zijn in staat om schadelijke bacteriën, virussen, dode lichaamscellen en ander ‘afval’ op te ruimen.
- Dendritische cellen. Dendritische cellen zijn witte bloedcellen met lange voelarmen. Ze kunnen lichaamsvreemd materiaal opsporen en aan het immuunsysteem presenteren.
- B-cellen. Ons lichaam kan talloze verschillende B-cellen aanmaken. Elk type B-cel kan worden ‘geprogrammeerd’ om een bepaald deeltje van een ziekteverwekker of een toxine te herkennen. Als een ziekteverwekker wordt gevonden, dan gaat de B-cel daar antistoffen tegen vormen. Deze zullen de ziekteverwekker dan onschadelijk maken. B-cellen vormen ook het geheugen van ons afweersysteem. Na contact met een ziekteverwekker blijven er meestal wel een aantal exemplaren in ons lichaam circuleren, zodat het immuunsysteem snel en doeltreffend kan reageren bij een herbesmetting met diezelfde ziekteverwekker.
- T-cellen. T-cellen of T-lymofocyten zijn een onderdeel van de specifieke afweer en kunnen dus gericht reageren op ziekteverwekkers. T-cellen kunnen signalen afscheiden die andere delen van het immuunsysteem activeren of kunnen zelf vreemde lichaamsstoffen vernietigen.
Je immuunsysteem een boost geven? Lees hier 10 tips voor gezonde darmen >