DUMPING SYNDROOM
Het dumping syndroom ontstaat wanneer voedsel, met name suikers, te snel van de maag naar twaalfvingerige darm (duodenum) verplaatst. Normaal gesproken geeft de maag steeds kleine beetjes voeding door aan het duodenum zodat suikers gedoseerd worden opgenomen in het lichaam en het suikergehalte in het bloed stabiel blijft. Als de anatomie van de maag is veranderd door een operatie of als de maagontlediging verstoord is door diabetes, medicatie of een niet goed werkende kringspier, dan kan er dumping optreden.
Voor uitgebreide informatie over dumping syndroom, kijk op de website van onze partner MLDS.
Dumping bestaat in twee vormen:
1. Vroege dumping – 10-20 minuten na een maaltijd:
Vocht verplaatst zich snel naar de darm, gevolgd door vast (vaak zoet) voedsel. Hierdoor wordt er veel vocht vanuit de bloedbaan naar de darm aangetrokken en ontstaat er (osmotische) diarree. De darm geeft daarom een krampen pijn. Het onttrokken vocht uit de bloedbaan zorgt dat de bloeddruk lager wordt en iemand ‘licht in het hoofd’ kan worden.
2. Late dumping – 2-3 uur na een maaltijd:
Een overschot aan suikers verplaatst zich naar de darm waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Als een reactie hierop produceert de alvleesklier insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel weer hard daalt. Dit fenomeen is een soort ‘post-prandiale dip’.
Het Dumping syndroom kan gepaard gaan met de volgende symptomen:
- misselijkheid en braken
- krampende buikpijn (met name bij vroege dumping)
- zweten
- duizeligheid en zwakte
- opvliegers
Het verhaal van de patiënt is typerend met wat voor type dumping je te maken hebt. Belangrijk is om andere ziektebeelden met soortgelijke klachten uit te sluiten. Dit kan met behulp van verschillende methoden:
Glucose intolerantie test
- laag bloedsuiker na 120-180 minuten na het drinken van een suikeroplossing
- verhoging van hematocriet van 3% na 30 minuten
- verhoging van de hartslag met 10 slagen per minuut na 30 minuten
Maagontledigingsonderzoek – de patiënt krijgt dat radioactief voedsel waarvan de passage op verschillende tijdstippen na het eten gevolgd wordt.
Bariumslikfoto – na het drinken van een barium (kalkachtige) drank wordt er een foto gemaakt om te zien hoe goed het passeert.
Gastroscopie – middels een inwendig maagonderzoek wordt er met een camera gekeken in de slokdarm en maag of daar zichtbare afwijkingen zijn die de klachten kunnen verklaren.
De behandeling bestaat uit voedingsmaatregelen, medicijnen of een operatie:
1. Voedingsmaatregelen:
- 5-6x per dag kleine maaltijden in plaats van 3x per dag
- wacht met drinken tot 30 minuten na de maaltijd
- eet in plaats van suikers juist meer eiwitten, vezels en complexe koolhydraten, zoals in rijst en havermout
- vermijd eenvoudige suikers zoals tafelsuiker, stroop en frisdranken
- dik het voedsel wat in met bijvoorbeeld pectine
2. Medicijnen:
- Octreotide is een somatostatine-analoog wat ervoor zorgt dat de maagontlediging kan vertragen door de uitgifte van insuline en andere hormonen in het maagdarmkanaal te verminderen of vertragen.
3. Operatie:
Voor sommige mensen werken de bovenstaande maatregelen onvoldoende en wenden zich tot een maagoperatie. Welk type operatie is afhankelijk van de voorgaande operatie. Helaas worden de dumping klachten er vaak niet minder op.