De Europese wetgeving rond gezondheidsclaims: een langzaam groeiproces!

Naar aanleiding van de vele publicaties in de media vraagt u zich misschien af waarom de Europese Commissie afwijzend oordeelde over heel veel gezondheidsclaims in de voeding, waaronder ook deze voor de probiotica?

 

Wat zijn gezondheidsclaims?

Gezondheidsclaims zijn alle vermeldingen op de verpakking van een levensmiddel die het gezondheidsbevorderend karakter van een voedingsproduct beschrijven, zoals: ‘versterkt de beenderen’, ‘verhoogt de weerstand’of ‘verbetert de leerprestaties’.

Sinds 2007 vervangt een Europese wetgeving over gezondheidsclaims alle vroegere nationale wetgevingen. ‘EFSA’, de Europese Voedsel-Veiligheids-Organisatie, moet sindsdien controleren of de gezondheidsclaims op de verpakkingen voldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd. Voor heel Europa ontving EFSA sinds 2008 meer dan 44.000 aanvragen, die ze hebben samengevoegd tot iets meer dan 4.000 te behandelen dossiers. Deze dossiers werden ondertussen voor een deel doorworsteld door experts uit verschillende beoordelingscommissies.

 

Een edele, maar bijzonder moeilijke taak

Bij het beoordelen van de dossiers gaat EFSA uit van de ondersteunende wetenschappelijke informatie die werd verstrekt door de producenten van deze voedingsproducten. Hun advies naar de Europese Commissie werd door het Europese parlement in december 2012 vertaald in formele wetgeving met betrekking tot het gebruik van gezondheidsclaims.

Veel van de adviezen, ook deze voor probiotica, waren dus negatief. De redenen hiervoor waren meestal ‘slechte karakterisatie van het voedingsproduct’, ofwel ‘het onderzoek dekt niet 100% de gezondheidsclaim’. In slechts een klein gedeelte van de adviezen was de beoordelingscommissie van oordeel dat het wetenschappelijk onderzoek slecht was uitgevoerd.

Vele onderzoekers waren dan ook verwonderd over deze negatieve adviezen: hoe kan bijvoorbeeld de ‘karakterisatie van een product’ onvoldoende zijn als er reeds klinische studies mee werden uitgevoerd? Een ethische commissie van een ziekenhuis zou een dergelijke studie allicht nooit hebben goedgekeurd indien de stammen onvoldoende waren gekarakteriseerd. Het antwoord ligt dus in de onduidelijkheid van de karakterisatievoorwaarden waaraan het EFSA dossier moest voldoen bij indiening. Verder was het in 2008 ook niet geheel duidelijk welke gezondheidseffecten bij EFSA in aanmerking konden komen. Het is pas recentelijk dat er ‘Guidelines’ (richtlijnen) zijn verschenen op de website van EFSA (zie bij ‘latest updates’ op de EFSA website). Deze richtlijnen beschrijven welke gezondheidseffecten in aanmerking kunnen komen en hoe die moeten worden onderzocht.

 

De wetenschap staat ondertussen niet stil

De laatste 10 jaar zijn duizenden wetenschappelijke publicaties verschenen over probiotica en darmflora. Ze beschrijven de mogelijkheden en beperkingen van individuele probiotische stammen (of mengsels van stammen) maar tonen ontegensprekelijk aan dat er een heel brede waaier aan gezondheidstoepassingen mogelijk zijn. Sommige van deze effecten zijn vooral duidelijk bij kinderen, anderen bij bejaarden, nog andere bij mensen met verstopping of andere ongemakken… Uit deze onderzoekingen blijkt dat sommige probiotica, door hun positieve invloed op de gezondheid, de algemene gezondheidskosten in onze maatschappij kunnen doen dalen. Dit kan bijvoorbeeld door het verminderen van de duur van een diarree, waardoor minder ziektedagen worden opgenomen.

Wetenschappers die deze onderzoeken uitvoerden waren dus vrij verbaasd over de negatieve beoordelingen van EFSA en vragen EFSA dan ook dringend om duidelijke richtlijnen voor hun toekomstig onderzoek. Op www.gut-health.eu kun je de oproep van deze wetenschappers lezen en de namen terugvinden van de reeds meer dan 190 wetenschappers die deze oproep ondertekenden.

 

Met hoop op de toekomst…

De wetgeving die EFSA voorstelt is nieuw en uniek in de wereld. Het is een lovenswaardig initiatief die er toe zal leiden dat de consument niet wordt bedrogen met producten van slechte kwaliteit of producten die niet kunnen waarmaken wat er op de verpakking staat. Niemand kan het nut hiervan betwisten, uiteraard. Als de wetgeving echter verhindert dat zelfs goed uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek niet wordt erkend, dan is er een probleem, want dan kan ook de consument niet weten welk product te kiezen en welk te mijden. Wetenschappers en EFSA, samen met consumenten en producenten, moeten dus aan de tafel gaan zitten om dit uit te klaren. Het publiceren van nieuwe richtlijnen is een eerste stap in de goede richting. Het opentrekken van het evaluatieproces met meer overleg tussen de betrokkenen, zoals aangekondigd door EFSA, zal dit proces ook zeker verder verbeteren. We zijn dus heel hoopvol dat probiotica hun plaats tussen de gezonde voedingsproducten zullen terugvinden!

 

Dit artikel is geschreven door Bruno Pot, Microbioloog, werkzaam bij Institut Pasteur de Lille en zit in de redactieraad van Darmgezondheid.nl.