De blinde darm: aanjager van Parkinson?
De afgelopen week publiceerde het vakblad Science Translational Medicine een studie die een nieuw licht werpt op darmen en de ziekte van Parkinson. Uit een groot database onderzoek onder 1,7 miljoen Zweden blijkt bij mensen bij wie op jonge leeftijd hun blinde darm (ook wel appendix genaamd) is verwijderd een bepaalde, niet-erfelijke vorm van Parkinson minder vaker voorkomt dan bij mensen die hun blindedarm nog wel hebben.
Vroeger dacht men dat de blinde darm volledig nutteloos en misbaar was. En alleen maar voor problemen kon zorgen omdat het relatief vaak ontstoken raakt. De inzichten zijn veranderd en sinds een tijd weten we dat blinde darm ook een functie heeft in tijden van nood. Bij ziekte kan de blinde darm de rest van de darmen voorzien van de nuttige bacteriën. Daarnaast blijkt dat de blindedarm doorgaans grotere concentraties “lymfatisch weefsel“ bezaten in de blinde darm. Lymfatisch weefsel is belangrijk bij de afweer en stimuleert bovendien de groei van sommige soorten ‘goede’ bacteriën. Maar uit deze nieuwe Zweedse studie blijkt dat in het geval van de ziekte van Parkinson kan het ook anders uitpakken.
Veel Parkinson patiënten hebben al tientallen jaren voordat de ziekte zich openbaart last van obstipatie, een probleem dat ook te maken kan hebben met de samenstelling van de darmbacteriën. De samenstelling van de darmflora, die bij iedereen weer anders is, kan mogelijk ook van invloed zijn in het geval van Parkinson. Kenmerkend bij Parkinson is de ophopingen van het eiwit “alfa-synucleïne“, dat in de hersenen worden aangetroffen. Datzelfde eiwit vindt men ook terug in de blindedarm en doet mogelijk in samenwerking met de darmflora iets in de hersenen. De darmen zijn immers met de hersenen verbonden door zenuwbanen.
Kenmerkend bij Parkinson is de ophopingen van het eiwit “alfa-synucleïne“, dat in de hersenen worden aangetroffen.
Daarbij is nog een verschil geconstateerd tussen mensen uit de stad en die van het platteland. Bij het verwijderen van de appendix kregen mensen uit een stedelijk gebied 19 procent minder vaak Parkinson en op het platteland maar liefst 25 minder vaak. Parkinson komt over het algemeen vaker voor op het platteland. De pesticiden zijn hiervan mogelijk de oorzaak. Als het lichaam bijvoorbeeld probeert deze gifstoffen te neutraliseren, zou het best kunnen dat het erin doorslaat en eerdergenoemde eiwitten ook mee naar de hersenen reizen. Dit dient echt nog in vervolgstudies uitgezocht te worden.
Kortom, de onderzoekers vermoeden dat de appendix het eiwit α-synucleïne bevat die het risico op het ontwikkelen van Parkinson beïnvloeden.
Bron: Killinger BA et al. The vermiform appendix impacts the risk of developing Parkinson’s disease Science Translational Medicine 31 Oct 2018:
Meer over Parkinson? Lees het hier >