Micro-organismen: ziekteverwekkers of metgezellen?
Dr. Hermelijn Smits, Immunoloog, LUMC
Historie
Infectieziekten vormen een serieuze bedreiging voor de mens en waren vroeger zelfs één van de belangrijkste doodsoorzaken. Wereldwijde epidemieën hebben door de eeuwen heen voor miljoenen dodelijke slachtoffers gezorgd. In het oog springende voorbeelden zijn Cholera, Tyfus, Pest, Mazelen, Gele Koorts, Polio en Pokken. Ook heden ten dage eisen infecties zoals Tuberculose, Malaria, HIV/aids, Cholera en Ebola nog steeds hun tol, met name in arme gebieden met beperkte medische zorg.
Kantelpunt
De ontdekking dat micro-organismen zoals bacteriën of virussen de oorzaak waren van deze dodelijke infectieziekten en dat deze ziektes overdraagbaar zijn van mens op mens door onderling contact zorgde voor verandering. De uitvinding van antibiotica heeft voor een ongekende revolutie in de behandeling van bacteriële infecties gezorgd en vele levens gespaard. Maar minstens zo belangrijk was de ontwikkeling van vaccins. Vaccinaties geven niet alleen (vaak) een levenslange bescherming tegen dodelijke infecties, maar voorkomen ook dat infectieziekten zich onder de gehele bevolking kunnen verspreiden.
Een ander belangrijk preventief middel om overdraagbare infectieziekten te voorkomen is het bewaken van (persoonlijke) hygiëne, want micro-organismen zitten overal op en om ons heen en het gevaar loert van alle kanten. Inmiddels doen we allemaal fanatiek mee aan de voorgestelde maatregelen om ieder contact met deze onzichtbare boosdoeners te elimineren. Infectiehaarden worden gevormd door besmet voedsel, de directe leefomgeving, (huis)dieren of andere mensen. Daarom letten we tegenwoordig heel streng op de hygiëne in onze leefomgeving en tijdens de bereiding van ons voedsel , wat nog verder ondersteund/verplicht wordt door strenge wet- en regelgeving.
De moderne tijd
Na de Tweede Wereldoorlog is een levensstijlverandering ingezet, waarbij we kleinere gezinnen vormen, minder fysieke arbeid verrichten, minder buiten komen in de natuur en een ander eetpatroon hebben. Maar met deze verhoogde levensstandaard zien we andere epidemieën ontstaan: namelijk de moderne welvaartsziekten, zoals auto-immuniteit, darmaandoeningen, allergieën, longaandoeningen, hart- en vaatziekten, type 2 diabetes, vetzucht en depressies.
“met de verhoogde levensstandaard zien we andere epidemieën ontstaan: namelijk de moderne welvaartsziekten…”
De gemeenschappelijke deler in deze welvaartsziekten is een ontstekingscomponent, veroorzaakt door een overactief afweersysteem en daarom spreken we ook wel van ontstekingsziekten. De hypothese is dat door levensstijlveranderingen de aansturing van het afweersysteem anders verloopt, waardoor later in het leven ontstekingsziekten de kop op kunnen steken. Het afweersysteem moet ons beschermen tegen kwalijke ziekteverwekkers en indringers, maar rustig blijven (‘tolerant’) bij ongevaarlijke stoffen, zoals die aanwezig zijn in ingeademde lucht of voedsel. Bij de geboorte zijn deze eigenschappen nog onderontwikkeld en moet het afweersysteem leren onderscheid te maken tussen wat gevaarlijk of ongevaarlijk is. De eerste 2-3 levensjaren zijn hierin cruciaal.
Opgroeien met bacteriën
Het blijkt dat het contact met micro-organismen een belangrijke rol speelt in de opvoeding van het afweersysteem van zuigelingen. Micro-organismen die in onze darmen, longen of op de huid zitten, leren het afweersysteem wat onschuldige micro-organismen zijn en niet overal op te reageren (tolerantie). Hoe meer verschillende micro-organismen het afweersysteem van een kind aangeboden krijgt, hoe beter het afweersysteem leert om tolerant te zijn bij ongevaarlijke, maar lichaamsvreemde elementen zoals bepaalde voedingsstoffen. Hierdoor zal het later minder snel de fout ingaan en onschuldige allergische stoffen of lichaamseigen stoffen niet voor ‘gevaarlijk’ aanzien. Een goed voorbeeld van de gunstige werking van onschuldige micro-organismen zien we bij kinderen die opgroeien op een kleinschalige familieboerderij. Kleine kinderen komen hier op een natuurlijke manier in aanraking met veel verschillende micro-organismen, omdat ze dagelijks in de stallen komen en bijvoorbeeld onbewerkte koemelk drinken. Deze kinderen hebben minder last van allergieën en astma, maar ook minder last van luchtweginfecties. Dit laat zien dat micro-organismen dus niet alleen dood en verderf zaaien, maar ook een hele belangrijke functie vervullen voor de mens doordat zij bijdragen aan een goede ontwikkeling van ons afweersysteem.
De juiste balans
Echter door veranderingen in onze levensstijl en onze diepgewortelde angst voor infectieziekten komen onze dreumesen minder en later in aanraking met deze onschuldige micro-organismen. Hierdoor komt de juiste ontwikkeling van hun afweersysteem later op gang met het risico dat het verkeerd (te sterk) gaat reageren op ongevaarlijke stoffen. Dit kan de toename in ontstekingsziekten in de hand werken. Om dit tegen te gaan, is een omslag in onze perceptie over micro-organismen noodzakelijk: niet alle micro-organismen zijn gevaarlijk en vroeg contact met onschuldige micro-organismen is zelfs gunstig voor de ontwikkeling van een goedwerkend afweersysteem. Een belangrijk punt van aandacht is dat deze regels niet klakkeloos toegepast kunnen op mensen met een tijdelijke of aangeboren afweerstoornis, zoals bijvoorbeeld mensen die vanwege ziekte verzwakt zijn en in een ziekenhuis verblijven. Wanneer het afweersysteem onvoldoende werkt kunnen ‘onschuldige’ micro-organismen toch schadelijke effecten hebben en is goede hygiëne met extra veiligheidsmaatregelen essentieel om besmettingen te voorkomen.
Adviezen voor ouders
Hoe kunnen we ons contact met goede en onschuldige omgevingsmicro-organismen weer in ere herstellen en ons afweersysteem goed ontwikkelen? Het ‘Allergie Preventie Programma 2008-2018’ in Finland is een inspirerend voorbeeld. Door in te zetten op het bevorderen van tolerantie door ons afweersysteem, is voor het eerst het aantal nieuwe gevallen met allergie en astma onder jonge kinderen gedaald. Deze bemoedigende trend werd mede bereikt door relatief eenvoudige adviezen aan jonge ouders:
- ondersteun borstvoeding met een vroege introductie van vast voedsel vanaf 4-6 maanden;
- vermijd niet het contact met allergische stoffen (tenzij blijkt dat dit nodig is);
- ga dagelijks naar buiten, ga de natuur in en zorg voor voldoende beweging;
- volg een gezond dieet met veel groente en fruit, gebruik gefermenteerde producten die van nature (stukjes) bacteriën bevatten (bijvoorbeeld yoghurt, zuurkool, tempeh of miso);
- wees spaarzaam met het gebruik van antibiotica en vermijd sigarettenrook;
- Ook werd een huisdier (met een vacht) aangeraden.
Conclusie
Deze ervaringen laten zien dat we – in onze pogingen infecties met schadelijke micro-organismen te beperken ten behoeve van onze gezondheid – het broodnodige contact met onschuldige micro-organismen uit de omgeving dreigen te verliezen met mogelijk grote gevolgen voor onze gezondheid. Voor gezonde mensen is contact met micro-organismen niet schadelijk en zelfs onmisbaar voor de ontwikkeling van een goedwerkend afweersysteem. Daarom moeten we ons beeld over micro-organismen bijstellen: we moeten ons realiseren dat er schadelijke en onschuldige varianten zijn en er naar streven het contact met deze onschuldige micro-organismen te herstellen en soms zelfs bevorderen.
Lees ook:
- Antidepressivum laat goede effecten zien bij PDS
- Parkinson uit zich vaak eerst met maagdarmklachten
- Anti-TNF medicatie of een operatie als eerste behandeling bij de ziekte van Crohn
- Hoger risico op lange termijn complicaties door persisterende vlokatrofie bij coeliakie
- Thalidomide effectief tegen terugkerend bloedverlies bij angiodysplasie