Minder COVID antistoffen bij patiënten die anti TNF gebruiken
Immuun-gemedieerde ontstekingsziekten, waaronder IBD, reumatische aandoeningen en psoriasis, treffen ongeveer 3% -7% van de westerse bevolking. Geneesmiddelen die gericht zijn op tumornecrosefactor (TNF; een molecuul dat een belangrijke rol bij ontstekingsprocessen speelt) worden frequent voorgeschreven dergelijke ziekten, met meer dan 2 miljoen patiënten die wereldwijd hiermee worden behandeld.
Anti-TNF medicijnen onderdrukken de ontstekingsreactie bij deze auto-immuun aandoeningen, maar verminderen echter ook de beschermende immuniteit na vaccinaties tegen pneumokokken, influenza en virale hepatitis en verhogen het risico op ernstige infectie, met name longontstekingen. Vanwege de COVID-19-pandemie, kregen patiënten die werden behandeld met anti-TNF-medicijnen het advies om strikte maatregelen zoals “social distancing” te volgen, en sommigen, afhankelijk van de ernst van hun aandoening, kregen zelfs het advies om zichzelf volledig af te schermen.
Gegevens over IBD patiënten en COVID 19 zijn geruststellend, met vergelijkbare percentages en risicofactoren voor SARS-CoV-2-infectie, ziekenhuisopname en uitkomsten als bij de niet-IBD populatie. Het is nu de vraag op de anti-TNF-geneesmiddelen de reacties op het vaccin en de daaropvolgende immuniteit tegen SARS-CoV-2-infectie verminderen.
Engelse onderzoekers hebben daarom gekeken naar antilichaamrespons bij deelnemers die behandeld werden met infliximab en vergeleken met vedolizumab, een darmselectief antilichaam dat niet geassocieerd wordt met verminderde vaccinrespons of verhoogde gevoeligheid voor systemische infecties. Zij hebben 6.935 patiënten onderzocht in 92 Britse ziekenhuizen.
Zij vonden dat het aantal symptomatische en bewezen SARS-CoV-2-infectie vergelijkbaar was tussen de groepen. Het percentage patiënten met antistoffen tegen SARS-CoV-2 was lager bij infliximab groep dan met vedolizumab behandelde patiënten (3,4% (161/4685) versus 6,0% (134/2250), p <0,0001). Bij patiënten met bevestigde SARS-CoV-2-infectie werd eveneens minder seroconversie waargenomen bij infliximab groep dan bij vedolizumab groep (48% (39/81) vs 83% (30/36), p = 0,00044) en de omvang van SARS-CoV-2-reactiviteit was lager (mediaan 0,8 afkapindex (0,2-5,6) versus 37,0 (15,2-76,1), p <0,0001).
“Het percentage patiënten met antistoffen tegen SARS-CoV-2 was lager bij infliximab groep…”
Infliximab wordt dus in verband gebracht met een verzwakte serologische respons op SARS-CoV-2. Verminderde serologische reacties op SARS-CoV-2-infectie kunnen belangrijke implicaties hebben voor het wereldwijde volksgezondheidsbeleid en voor individuele anti-TNF-behandelde patiënten. Er dient dus ook rekening mee gehouden te worden dat vaccinaties in deze groep minder effectief kunnen zijn.
Bron: Kennedy et al. Anti-SARS-CoV-2 antibody responses are attenuated in patients with IBD treated with infliximab. Gut 2021 Mar 22
Lees ook:
- Antidepressivum laat goede effecten zien bij PDS
- Parkinson uit zich vaak eerst met maagdarmklachten
- Anti-TNF medicatie of een operatie als eerste behandeling bij de ziekte van Crohn
- Hoger risico op lange termijn complicaties door persisterende vlokatrofie bij coeliakie
- Thalidomide effectief tegen terugkerend bloedverlies bij angiodysplasie