Ontlastingtransplantatie in de behandeling van Clostridium Difficile infectie
Clostridium difficile kan hevige diarree veroorzaken die herhaaldelijk kan terugkeren. De standaardtherapie is een behandeling met antibiotica, vancomycine of metronidazol. Ondanks deze therapie keer bij 20 tot 35% van de mensen de diarree terug, met name bij ouderen en mensen met een minder goede gezondheid is dit een probleem. Een vervolgstap in de therapie kan ontlastingtransplantatie zijn, waarbij ontlasting van een gezond persoon wordt overgeplaatst naar de persoon met de Clostridium difficile infectie.
In een recente Italiaanse meta-analyse wordt de effectiviteit en de veiligheid van ontlastingtransplantatie in de behandeling van Clostridium difficile infectie bekeken.
Voor de analyses zijn 20 case series, 15 case reports en 1 RCT meegenomen. In totaal werden 536 mensen behandeld met ontlastingtransplantatie. Het overgrote gedeelte van de patiënten reageerde goed op de therapie. Het effect bleek afhankelijk te zijn van de toedieningsmethode: indien de gezonde darmbacteriën in de maag worden geplaatst wordt er een positief effect in 81% van de gevallen gezien, 86% in de twaalfvingerige darm/dunne darm, 93% in het eerste deel van de dikke darm (bij de blindedarm) en 84% in het laatste deel van dedikke darm.
Uit de resultaten van deze studie blijkt dat ontlastingtransplantatie werkzaam is bij Clostridium Difficile diarree. Welke toedieningsmethode de beste manier is, is nog niet te zeggen omdat de methodes nog niet in één studie zijn vergeleken.
Dit stuk is geschreven door Linda Wanders, arts-onderzoeker maag- darm- en leverziekten