Coeliakie

Relatie tussen autisme en gluten-intolerantie

Onderzoekers van Columbia University (New York, USA) hebben verhoogde antilichamen tegen gluten in het bloed van kinderen met autisme gevonden. Deze resultaten geven aanwijzingen voor de relatie tussen deze verhoogde antilichamen en de maag-darmklachten van de aangedane kinderen. De onderzoekers vonden overigens geen relatie tussen de verhoogde antilichamen en gluten-intolerantie (coeliakie).

Bij kinderen met autisme worden vaak maag-darmklachten gezien. Onder deze patiëntgroep wordt op het moment de trend gezien om gluten te bannen uit het dieet. De effectiviteit van een glutenvrijdieet voor kinderen met autisme is nog niet aangetoond in gerandomiseerde en geblindeerde studies (RCTs).

In de Amerikaanse studie zijn bloedmonsters en patiëntdossiers onderzocht van 140 kinderen. Van deze groep hadden 37 kinderen autisme, de overigen waren de gezonde controlegroep of broers en/of zussen. De bloedmonsters werden getest op anti-TTG en anti-gliadine, bekende markers voor coeliakie, als ook specifieke genen (HLA-DQ2/8) die aan coeliakie gerelateerd zijn.

De onderzoekers achten verder onderzoek noodzakelijk om de precieze relatie te begrijpen tussen anti-gliadine en autisme.

 

Note: Dit artikel is geschreven door Linda Wanders.

Bron: Nga M. Lau, Peter H. R. Green, Annette K. Taylor, Dan Hellberg, Mary Ajamian, Caroline Z. Tan, Barry E. Kosofsky, Joseph J. Higgins, Anjali M. Rajadhyaksha, Armin Alaedini. Markers of Celiac Disease and Gluten Sensitivity in Children with Autism. PLoS ONE, 2013