VOEDINGSVEZELS

In een gezonde voeding horen voedingsvezels thuis. Vezels zijn delen uit plantaardige producten die u lichaam niet kan verteren. U vindt vezels vooral in groente, fruit en volkorenproducten. Weten hoeveel vezels u per dag nodig heeft? Lees verder.

 

Wat doen voedingsvezels?

Voedingsvezels zijn stoffen die niet door ons lichaam kunnen worden afgebroken. Ze komen onverteerd in de darmen aan. Vezels leveren dus geen voedingsstoffen, maar hebben wel een aantal nuttige functies voor ons lichaam. Ze dienen als voedingsbron voor (goede) bacteriën die in onze darm leven. Deze bacteriën zitten met name in de dikke darm. Ze zetten voedingsvezels om in nuttige stoffen (fermenteren) die bijvoorbeeld door de cellen in de darmwand als energiebron gebruikt kunnen worden. Een gezonde darmflora is goed voor de darmgezondheid.

Naast het stimuleren van de goede bacteriën, helpen voedingsvezels ook vocht aan te trekken, waardoor de ontlasting soepel blijft. Dit is gunstig voor een goede stoelgang. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vezels een positieve invloed hebben op overgewicht, de bloeddruk en het cholesterolgehalte.

 

De ene voedingsvezel is de andere niet

Er zijn verschillende soorten voedingsvezels, met elk hun eigen functie in de darm. Eerst werd altijd gesproken over oplosbare en niet-oplosbare vezels. Tegenwoordig spreken we over fermenteerbare – en niet-fermenteerbare vezels. Onder fermenteerbaarheid verstaan we de mate waarin de vezels in de dikke darm kunnen worden afgebroken. Vezelrijke producten bevatten vaak verschillende soorten voedingsvezels.

 

Fermenteerbare vezels

Deze vezels worden in de dikke darm afgebroken (gefermenteerd) door bacteriën. Ze dienen als voedsel voor ‘goede’ bacteriën in de darm, maar ook als voeding voor de darmcellen zelf. Daarmee dragen ze bij aan een goede afweer, want deze bacteriën en darm(epitheel)cellen ondersteunen het immuunsysteem en zorgen ervoor dat ziekteverwekkers minder kans krijgen. Deze vezels worden ook wel prebiotica genoemd. Ze komen voor in groenten, peulvruchten, fruit,  en bepaalde granen.

 

Niet-fermenteerbare vezels

Niet-fermenteerbare voedingsvezels worden niet afgebroken door bacteriën. Ze blijven intact en kunnen vocht opnemen. Zo vergroten ze het volume van de ontlasting en houden deze soepel. Op deze manier dragen ze bij aan een goede stoelgang. Niet-fermenteerbare vezels zitten vooral in volkoren graanproducten, bonen, kool, wortelen en zemelen

 

Prebiotica of probiotica?

Fermenteerbare vezels die als voedsel dienen voor goede bacteriën, worden prebiotica genoemd (niet te verwarren met probiotica). De meest bekende zijn inuline en fructo-oligosacchariden. Deze stoffen vindt u bijvoorbeeld in bananen, witlof en uien. Maar ook pectines in groenten, fruit en glucanen uit graanproducten kunnen door de darmbacteriën worden gefermenteerd.

 

Benieuwd hoeveel vezels worden aanbevolen per dag >