Zie je lichaam als een auto
Zie je lichaam als een auto
– Yvonne Hak, topsporter & arts –
Yvonne Hak, topsporter en arts. Als hardloopsters is zij gespecialiseerd in de 800 meter. Ze werd achtmaal Nederlands kampioene in deze discipline. Haar grootste succes boekte ze op de EK van 2010 in Barcelona, waar ze zilver won. Daarnaast is zij werkzaam als arts.
Als topsporter en als arts ben ik dagelijks bezig met gezondheid en gezonde voeding. Als arts bemoei je je voornamelijk met de gezondheid van anderen, maar als atleet ondervind ik elke dag opnieuw aan den lijve hoe belangrijk het is om goed voor je lichaam te zorgen, helemaal als je er veel van vraagt!
Maar hoe doe je dat nou eigenlijk? Goed voor je lichaam zorgen? Wat is ‘gezonde voeding’?
Simpel. Zie je lichaam als een auto. Een auto moet rijden, daar heeft het brandstof voor nodig. Afhankelijk van hoe lang de auto moet rijden en hoe zuinig de auto is, wisselt de hoeveelheid brandstof die nodig is. Niet alleen de hoeveelheid brandstof, maar ook de soort brandstof die je in de tank gooit is belangrijk, met de verkeerde brandstof gaat de motor van de auto immers snel stuk. Zo werkt het ook voor mensen.
Om energie te kunnen leveren hebben we brandstof nodig. Dit halen wij uit onze voeding. Door verbranding wordt energie vrijgemaakt uit de voeding, dat is onderdeel van onze stofwisseling. Belangrijke brandstoffen zijn koolhydraten, vetten en eiwitten.
Tijdens langdurige inspanning, langer dan 3 minuten, zijn koolhydraten en vetten de belangrijkste brandstoffen. Koolhydraten worden in het lichaam opgeslagen als glycogeen, in de lever en in de spieren. Koolhydraten zijn een ideale brandstof, ze leveren langdurig en snel energie. Het grote nadeel is dat je er maar een beperkte hoeveelheid van kan opslaan. Als de glycogeenvoorraad op is wordt de vetvoorraad aangesproken. Vetverbranding is erg efficiënt, het verbranden van 1 gram vet levert twee keer zoveel energie op als het verbranden van 1 gram koolhydraten. Het nadeel van vetverbranding is echter dat dit proces veel langer duurt en er meer zuurstof bij nodig is dan bij het verbranden van koolhydraten. Als tijdens het sporten de glycogeenvoorraad op raakt en je aangewezen bent op vetverbranding zal je merken dat het inspannen moeilijker gaat. In de duursport is dit fenomeen ook wel bekend als ‘de man met de hamer’.
Waar het in de Westerse wereld bij veel mensen ‘mis’ gaat is dat zij meer brandstoffen tot zich nemen dan dat ze verbranden. Als brandstoffen niet gebruikt worden om energie te leveren worden ze opgeslagen. Naast de beperkte opslagcapaciteit van glycogeen wordt het grootste deel van de overtollige brandstof opgeslagen in de vorm van vet, met name in het vetweefsel onder de huid. Ons lichaam bezit namelijk wel de kunst om koolhydraten om te zetten in vet, maar omgekeerd kan vet niet omgezet worden in koolhydraten. Als je teveel vet opslaat ontstaat er overgewicht, of zelfs obesitas. In Nederland is bijna de helft van de bevolking te zwaar. Deze mensen hebben een hoger risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker.
Heel belangrijk dus om goed voor je lichaam te zorgen, zoals je dat ook voor je auto doet. Een mini die altijd in de garage staat heeft immers niet net zoveel brandstof nodig als een vrachtwagen die een rit naar de andere kant van Europa voor de boeg heeft!